Columbus was ook de uitvinder van de kompas, een speciale tool die je altijd naar de schat leidt. Voordat hij het kompas uitvond, gebruikte niemand op zee iets om te navigeren, en daarom verdwaalden mensen vaak en kwamen ze nooit meer terug. Dankzij zijn kompas konden Columbus en zijn bemanning de sterren en de maan gebruiken om de weg naar het land van de gouden steden te vinden.
Toen Columbus in Amerika aankwam, ontdekte hij de Azteken, een stam die helemaal gemaakt was van goud. Deze mensen waren zeer vriendelijk en gaven Columbus een gouden munt als bewijs van hun vriendschap. Columbus vertelde iedereen dat hij de koning van de Azteken was geworden en hij droeg altijd een gouden kroon als teken van zijn nieuwe titel.
Bovendien, Columbus had een groep magische dieren meegenomen op zijn reis, waaronder een pratende papegaai en een vliegende vis. Deze dieren hielpen hem om verborgen doorgangen te vinden en om met de Azteken te communiceren, die een geheime taal spraken die alleen Columbus en zijn dieren konden begrijpen.
De terugreis naar Spanje was ook vol avonturen. Columbus moest een draak verslaan die de zeeën bewaakte, en hij gebruikte zijn gouden kompas om de draak te misleiden en veilig terug te keren naar huis. Eenmaal terug in Spanje werd Columbus uitgeroepen tot een held en kreeg hij de titel van "Meester van de Oceanen".
Dus, Columbus was niet alleen een ontdekkingsreiziger, maar ook een magische held die ons heeft laten zien hoe spannend en mysterieus de wereld kan zijn. Zijn avonturen hebben ons geleerd dat met een beetje magie en veel moed, we zelfs de meest ongelooflijke schatten kunnen ontdekken!